Bijna elke fokker is al eens geconfronteerd geweest met het probleem van bijvoeren van kittens, anderen kunnen er vroeg of laat nog wel eens mee geconfronteerd worden. Bij kittens zonder moeder, bij kittens die met een keizersnede ter wereld gekomen zijn en waardoor de melkproductie of contact tussen moeder en kind net iets te laat op gang komt, bij baarmoederontsteking, bij bloedgroep-problemen (een B-moeder met A-kittens) of eender welk ander probleem waardoor er geen natuurlijke voeding mogelijk of onvoldoende is, kan bijvoeren een zaak van leven of dood betekenen. Zelf heb ik vroeger geprobeerd met de fles in alle maten en formaten, met spuitjes enz.. Soms gaat het vanzelf en soms zit je uren te knoeien en dan spreken we nog niet over de slaaploze nachten. En soms is alle moeite voor niets. Moed en alle opofferingen ten spijt, toch nog een kitten dat zich verslikt blijkt te hebben, daarbij een longontsteking oploopt, volgende voedingen weigert, onrustig en voortdurend jankend heen en weer blijft kruipen, snakkend en piepend begint te ademen, in gewicht achteruit gaat in plaats van vooruit. En helemaal alleen in een hoekje van de doos of iets anders kruipt om daar dan vroegtijdig te sterven.

Dit alles op een rijtje gezet is dat niet echt de ideale manier om een kitten groot de brengen de eerste weken. Maar er is een alternatief dat minder vermoeiend en minder frustrerend is sondevoeding. Eigenlijk kan ik alleen maar een heleboel voordelen opsommen van het voeden met een sonde.

· Verslikken is onmogelijk.

· Geen melk die overal behalve in het maagje van het kitten zit.

· Kittens die niet willen eten zijn uit den boze.

· U weet perfect hoeveel voeding uw kitten heeft gekregen

· U kan een schema maken van 6 tot 22 uur waardoor u ook ’s nachts kan slapen.

Persoonlijk begin ik met 9 voedingen van 2 ml om de 2 uur en de laatste en eerste voeding geef ik 3 ml. Dit wil zeggen dat ik 20 ml kittenmelk geef per dag en daar meestal een gewichtstoename krijg van 8 tot 10 gram per dag, wat zeker niet slecht is.

Let wel: als u na het lezen van dit artikel moest besluiten sondevoeding te geven zou ik toch niet te snel uw flesjes, tuttertjes en dergelijke weggooien. Sondevoeding is een uitstekend middel bij zwakke en/of zieke kittens en kittens met onvoldoende zuigkracht. Voor alle andere is de fles het geschikte middel.

Wat is een voedingssonde?

Hieronder worden enkele foto’s getoond van een sonde die ik via mijn dierenarts gekocht heb voor ongeveer 25,00€
Een ongeveer 40 cm lang wit zeer flexibel slangetje met een diameter van 1.8 tot 2 mm en een spuitje van minimum 2 ml (een grotere maat werkt echter wat makkelijker omdat U daar - met één hand werkende - meer 'houvast' aan heeft).


De sonde Sonde op de spuit
 
Merkteken op 8 cm  

Zeer belangrijk is het merkteken op 8 cm van het einde van de sonde, welk u zelf dient aan te brengen.

Het is ook zeer belangrijk te voorkomen dat door spartelende bewegingen de sonde teveel naar buiten terugglijdt.

Het gebruik van de sonde

Vooropgesteld wordt dat U voor elk probleemkitten eerst uw dierenarts raadpleegt over het gebruik van de sonde. Het is immers niet ondenkbaar dat er bij de moeder of bij het kitten een oorzaak kan gevonden (en verholpen) worden waardoor de natuurlijke gang verstoord is en waarbij het gebruik van de sonde geen uitkomst biedt en het kitten alleen maar schaadt. Het is ook mogelijk dat het kitten een onherstelbare afwijking heeft waardoor u met sondevoeding de lijdensweg alleen maar langer maakt.

Is bijvoeren echter toch het advies, dan kan de voedingssonde hierbij een fantastische hulp zijn, waarbij U dan als volgt te werk gaat:
­Leg een stevige, zachte, handdoek op tafel.
­Zorg voor een potje waaruit U makkelijk met het spuitje de melk kunt opzuigen.
De melk hoort uiteraard vers te zijn en op de juiste temperatuur gebracht en gehouden te worden. 38 graden Celsius is de juiste temperatuur. U kan controleren of de melk te koud of te warm is door wat op de bovenkant van uw hand te druppen.
­Voor het vullen van het spuitje zuig je ongeveer 0,5 ml. meer melk op dan u wenst te geven, dit is ongeveer de hoeveelheid die achter blijft in de sonde.
­Op de sonde hebt U reeds een streepje gezet op 8 cm van het uiteinde met een niet-afgevende viltstift. Het slangetje moet bij het kitten naar binnen gebracht moet worden tot aan het streepje. Bij een kitten van ca. 100 gram zal dat 8 à 9 cm. zijn.

U plaatst het gevulde spuitje op de sonde en spuit de 0.5 ml teveel opgezogen melk in de sonde zodat er geen lucht meer aanwezig is in de sonde. Neem nu het kitten en plaatst dit gewoon met zijn buikje op de zachte handdoek. De sonde kan nu rustig en gelijkmatig naar binnen geschoven worden. U legt de sonde in het gekrulde tongetje van het kitten en dit zal normaal zelf een slikbeweging maken. In negen van de tien gevallen zal dat soepel en zonder problemen verlopen, ook al werkt het kitten soms tegen. Gaat het in een enkel geval niet meteen, dan vooral niet forceren maar in alle rust gewoon nog eens opnieuw proberen.

Opgepast:
De sonde moet tot aan het streepje op 8 cm naar binnen! Als het maar 4 - 5 cm naar binnen glijdt is de kans zeer groot dat u in de luchtweg zit. En als u daar de melk inspuit is dit fataal voor het kitten en zal het stikken. Dus het is zeer belangrijk dat de sonde zonder veel moeite minstens 8 cm diep wordt ingebracht. Als het slangetje niet vlot tot de merkstreep naar binnen glijdt, trek het dan terug en begin opnieuw!
Zorg dat het slangetje op zijn plaats blijft zitten (9 van de 10 kittens zijn niet gelukkig met zo'n ding in hun keeltje, dus tegenstribbelen zit er dik in) en spuit de melk in een niet te snelle, vloeiende beweging in het maagje.

Ziezo, het kitten is gevoed en heeft twee, hooguit drie, ml voeding naar binnen gekregen. Het lijkt moeilijker dan het is, de praktijk is heel eenvoudig. Na enkele keren kost het daadwerkelijk voeden van een kitten U nog geen minuut. Met uw ene hand het kitten op zijn plaats houden zodat de sonde er niet uit kan glijden, met de andere hand het spuitje ledigen. De eerste keren is hulp natuurlijk welkom: u kan het kitten en de sonde voor uw rekening nemen, en uw hulp kan het spuitje bedienen.

Na en voor iedere voeding de sonde en het spuitje goed doorspoelen met gekookt water. Een darminfectie en/of diaree is het laatste wat we bij een verzwakt kitten nodig hebben.

Probeer het kitten zo snel mogelijk op andere voeding over te laten schakelen. Merkt u dat het kitten sterk genoeg wordt om bij de moeder te zogen, en daarbij ook nog aan gewicht toeneemt, laat het dat dan doen. Lukt dit niet, probeer dan af en toe eens vast kitteneten voor te schotelen. De "ik moet eten!" en de slikreflex mogen niet verwaarloosd worden.